Van papierbedrijf tot onderwijsinstituut
Het complex waarin vandaag het Hoofdstedelijk Instituut Anneessens-Funck gevestigd is, bestaat uit drie gebouwen die destijds eigendom waren van de Papeteries de Belgique. Aan de oorsprong van deze onderneming ligt de Papeterie Corneille De Ruysscher, die in 1899 werd omgevormd tot naamloze vennootschap en zelf de opvolger was van Maison Denies & De Ruysscher, een firma die grondstoffen leverde voor de papierindustrie.
Het succes van de groep, die twee productiefabrieken kocht in Lembeek en Ensival, leidde tot de overname van de Papeteries Anversoises en hun fabriek in Duffel. Er werd zelfs een distributiefiliaal geopend in Parijs.
In Brussel bezette de onderneming een gebouwencomplex dat in 1905 gebouwd werd naar de plannen van de architect Ernest Acker. Het succes zorgde voor een uitbreiding van de Brusselse zetel. Die werd tussen 1924 en 1927 voltooid op basis van plannen van architect Eugène Dhuicque. Het gaat om een imposante vleugel in art-decostijl die uitgeeft in de Zespenningenstraat. De muren van het oorspronkelijke vierzijdige gebouw, waarachter een binnenkoer schuilgaat, worden geritmeerd door een geslaagde combinatie van smeedijzer en rode en witte baksteen.
Na de verhuis van het papierbedrijf naar Frankrijk begin jaren 1960 kocht de Stad Brussel de site op in 1968, om het vervolgens om te vormen tot het technisch instituut Anneessens Funck.